Wijndeskundige Jet Wester was bij Amateurwijnmakersgilde Arnolt van Gelre te gast om te  vertellen over het boek dat ze heeft geschreven over druiventeelt en het maken van kwaliteitswijn in Nederland. Om kennis met haar te maken hieronder de inleiding uit het boek. Wie meer wil kan terecht op haar website: www.wijnbouwboeken.nl. Daar is het boek ook te bestellen.

 

Inleiding

Het zal weinig mensen ontgaan zijn: de druiventeelt in onze lage landen begint vormen aan te nemen. Wijngaarden, zelfs hele wijngebieden schieten als paddestoelen uit de grond - van Groesbeek tot de Achterhoek. Wijnbouwcoöperaties en regioclubs volgen op de voet, en ook de media doen goed mee met berichten over oogstperikelen, wijnfeesten en medailles voor de wijnboeren in den lande.

Omslag boek Jet WesterTegelijkertijd vindt ook een grotere professionalisering van de bedrijfstak plaats. Experts, flying winemakers en buitenlandse bedrijven vinden bij ons vaste voet en leren de wijnboeren de kneepjes van het vak. Wat achterblijft, tot nu toe, is echter een goede, samenhangende literatuur op wijnbouwgebied in onze taal. We mogen ons aan de ene kant al jaren gelukkig prijzen met een heus Handboek Druiven van de hand van de bekende wijnbouwpionier Fred Lorsheijd: een handboek dat we ook in dit boek graag als uitgangspunt nemen als het gaat om de grondbeginselen van de druiventeelt. Aan de andere kant echter, moeten we ons voor specialistischer inhoud nog steeds wenden tot bijvoorbeeld de Duitse en Oostenrijkse literatuur - terwijl ook de vaak prima bijdragen van mannen als Jan Oude Voshaar, Stan Beurskens en recentelijk ook René van Druenen in vakblad De Wijngaard tot nu toe niet apart, op een geordende, gebundelde manier beschikbaar zijn gekomen.

Dit boekje wil proberen in deze leemte te voorzien. We willen graag meer wijnbouwkennis voor ons taalgebied ontsluiten, en richten ons op diegenen die op een serieuze manier streven naar één of meer eigen kwaliteitswijnen. De grootte van de wijngaard doet er daarbij niet zo toe. Ook een klein wijngoedje met, zeg, zo’n tweehonderd flessen wijn per jaar kan al op een uiterst professionele manier geleid worden. En een topwijn opleveren. Denk maar aan aan de soms even minusc ule als beroemde parcelles de vignes op de toplocaties van de Bourgogne, of aan de Duitse Moezel. In de praktijk zal waarschijnlijk juist deze doelgroep: die van de wat kleinere deeltijd-professionals - zo tot een kwart hectare - het meeste aan dit boek hebben.

Grotere wijngaarden huren hun professionaliteit immers vaak gewoon in, in de vorm van experts en adviseurs. Vandaar dat we ook hebben gezorgd dat de concrete spullen en middelen die we in dit boek noemen, alle gemakkelijk te verkrijgen zijn, via het internet of anderszins - dus ook voor hen die niet de beschikking hebben over een eigen professioneel netwerk. De opmerkzame lezer zal inmiddels hebben gezien dat we in onze terminologie de tweespalt ‘hobbyist – professional’ vermijden. Dat zullen we blijven doen. Zo’n tweespalt bestaat namelijk niet. Zoals de kenners weten zijn het in een land als Frankrijk meer dan eens de garagistes, de piepkleine wijnbouwers (die hun wijn maken in hun garage), die de hoogste kwaliteit kunnen bereiken - en overigens ook de hoogste prijzen voor hun produkten kunnen vragen. Bij de befaamde Richebourg van Henry Jayer, één van de grootste innovators en wijnlegenden van Frankrijk, onlangs helaas overleden, ging het over een oogst van een luttele zeshonderd flessen per jaar. Voor de hele wereld. Noem je een man als Jayer daarom een hobbyist? Natuurlijk niet. Het criterium is: wil je doen wat nodig is - qua financiële investering, aandacht, tijd en leergierigheid - om te komen tot uiteindelijk het best haalbare in jouw situatie? Wanneer je daartoe bereid bent zullen de druivensoorten die we in dit boek bespreken je zeker halverwege tegemoet komen. We willen bij dit alles een handreiking doen aan zowel diegenen die er van dromen grote terroirwijnen te maken (wijnen die een expressie zijn van de plek, de jaargang, de wijnbouwer, etc.) als aan hen die streven naar zeer goede ‘technisch’ gemaakte wijnen (waar meer gestuurd wordt, bijvoorbeeld in de keuze van een bepaald soort gist, steriele filtering etc.).

De tekst is daarbij niet bedoeld als een cursus wijnbouw - of in plaats daarvan. Het doel is, veel beperkter, om die aspecten te benoemen die net het verschil kunnen maken tussen een min of meer geslaagd wijntje en een ernstige kwaliteitswijn. Voor cursussen op het gebied van de wijnbouw, zie hoofdstuk 18. Tot slot dit. Al doende merkten we dat we er goed aan deden ons voor dit boek ook qua inhoud te beperken. In die beperking hebben we gekozen voor de twee meest veelbelovende, en onder de Nederlandse wijnboeren ook meest populaire witte druivenrassen van dit moment: johanniter en solaris.

De behandelde onderwerpen hebben echter vaak een veel grotere reikwijdte dan alleen deze soorten. We vertrouwen er daarom op dat naast wijnbouwers ook wijnvrienden en professionals buiten de eigenlijke doelgroep voldoende interessants in deze bladzijden zullen vinden. De opzet van dit boekje is als volgt. In Deel 1 kijken we wat er nodig is om een kwalitatief hoogwaardig oogstgoed te bekomen: de eerste vereiste voor een kwaliteitswijn. Hoofdstuk 8 recapituleert dit werk.

In Deel 2 gaat het over de kwaliteit bij de wijnbereiding, van de alcoholische gisting tot het bottelen. Hoofdstuk 15 zet de zaken ook hier op een rij. Deel 3 behandelt meer algemene aspecten. In hoofdstuk 16 willen we ons op een informele, bespiegelende manier bezighouden met de vraag hoe het verder zou kunnen gaan met de Nederlandse kwaliteitswijn. In hoofdstuk 17 geven we een uitgebreide literatuurlijst. Hoofdstuk 18 gaat in op een aantal in het boek genoemde middelen en materialen, waarbij ook leveranciers aan de orde zullen komen. Het boekje besluit met een Nawoord.